Bravis ziekenhuis wordt datagedreven

10 juli 2018

Bravis ziekenhuis wordt datagedreven

Ziekenhuis vindt zichzelf opnieuw uit in digitaliseringsslag

Zoals alle ziekenhuizen moet ook het West-Brabantse Bravis Ziekenhuis, met vestigingen in Bergen op Zoom en Roosendaal, zichzelf opnieuw uitvinden om optimaal gebruik te maken van alle digitale ontwikkelingen in de zorg. Erwin Jansen, hoofd I&A bij Bravis, vertelt hoe ‘zijn’ afdeling dit aanpakt.

We lezen het dagelijks in het nieuws: door de vergrijzing nemen de zorgkosten sneller toe dan we als maatschappij kunnen dragen. Bovendien is er een schrijnend tekort aan personeel. En tot slot verwachten patiënten dat zorg digitaliseert en dat ze bijvoorbeeld zelf online hun dossier kunnen inzien. Ziekenhuizen, zorgverzekeraars, patiënten en de politiek zijn het er dan ook over eens dat het huidige model moet veranderen. Die veranderingen vinden tegelijkertijd op meerdere fronten plaats. De grootste gemene deler in alle veranderingen: een veel beter gebruik van data.

Quantified self en preventie

Een ontwikkeling die al in gang is gezet is die om zoveel mogelijk zorg te verplaatsen van de tweede naar de eerste lijn: van ziekenhuis naar huisarts en het liefst ook naar de patiënt zelf. Die patiënt wordt daarbij ondersteund door allerlei nieuwe zorgdiensten die vallen onder de noemer ‘the quantified self’: ze verzamelen zelf data met stappentellers, hartslagmeters, smart watches, slimme weegschalen, bloeddrukmeters en wat dies meer zij. Enerzijds wordt deze ontwikkeling door ziekenhuizen gestimuleerd. Steeds meer medisch specialismen maken gebruik van monitoring op afstand. Anderzijds doen mensen dat ook zelf als consument, denk maar aan de opkomst van Fitbits en smart watches waarmee mensen onder meer hun hartslag, calorieverbruik en slaap monitoren. Op het moment dat ze patiënt worden, verwachten ze dat hun arts deze informatie op een zinvolle manier kan inzetten.

Jansen: “Al die data zijn prachtig, maar hoe voorkom je dat medisch specialisten te onder gaan in de informatiestroom en de extra werkdruk die dat met zich meebrengt?” Het antwoord ligt in algoritmen die de data zelfstandig analyseren en die een seintje geven als één van de waarden boven of onder een vooraf ingestelde grens komt, of als de combinatie van waarden een zorgelijk beeld laat zien. Op dat moment kan de arts een interventie starten.

Value Based Healthcare

Een andere trend die nu snel postvat is die van Value Based Healthcare. Daarbij krijgen zorgverleners niet langer betaald op basis van de gemaakte kosten per behandeling, maar op basis van de gezondheidswinst die ze behalen voor hun patiënten. Dit haalt de huidige prikkel tot overbehandeling weg en legt meer nadruk op efficiency en op een goed gesprek met de patiënt over zijn of haar wensen. Die wens is lang niet altijd ‘de allerbeste behandeling’, maar kan ook zijn het voorkomen van een operatie, een snellere revalidatie of alleen maar het wegnemen van pijn. Jansen: “Als je als arts de juiste beslissing wilt nemen voor de behandeling die het best aansluit bij de wensen van de patiënt, heb je data nodig. Je kunt dan niet meer iedere patiënt dezelfde behandeling bieden, je moet een veel gerichtere afweging maken van de voor- en nadelen van een behandeling voor deze individuele patiënt, met zijn (medische) achtergrond en wensen. Daarbij kan data helpen.”

Personalized Medicine

Wat verder weg in de toekomst ligt personalized medicine: op basis van het genetische profiel van een patiënt nog beter bepalen welk medicijn in welke dosering het best werkt. In academische ziekenhuizen wordt hier momenteel veel onderzoek naar gedaan, toepassingen in de klinische praktijk zijn er nog nauwelijks, maar gaan zeker komen, zegt Jansen.

Wat deze ontwikkelingen gemeen hebben, is dat ze allemaal gebruikmaken van data. Jansen: “Dit betekent dat ziekenhuizen hun huidige informatiesilo’s moeten afbreken en op een veel integralere manier naar data moeten gaan kijken. Het draait niet langer om het medisch specialisme, maar om de patiënt.”

Eén patiënt, één dossier

Jansen juicht daarom de komst van de Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO) toe. “Dit is een omgeving waar de patiënt al zijn data vindt, van alle zorgverleners.” Nu stellen veel ziekenhuizen hun Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) open voor de patiënt, maar als die patiënt ook thuiszorg ontvangt, bij een fysiotherapeut loopt en kan inloggen bij zijn huisarts en tandarts, dan heeft hij al vijf omgevingen waar hij in zou moeten kijken. Daarom ontwikkelt Nictiz, het expertise e-health van de Nederlandse overheid, nu een afsprakenstelsel onder de naam MedMij die het mogelijk maakt om data uit de dossiers van verschillende zorgverleners samen te voegen in een PGO. De patiënt bepaalt in deze omgeving zelf wie hij toegang wil verlenen tot welke data. Jansen: “Je ziet dat nieuwe spelers op de gezondheidsmarkt, zoals Apple en Google, warm lopen voor deze ontwikkeling en dat traditionele EPD-leveranciers een veel afwachtendere houding aannemen. Het is aan ons de taak om deze ontwikkelingen op de voet te volgen en leveranciers te selecteren die passen bij onze visie op omgaan met data.”

CMIO als brug tussen medisch specialismen en IT

Het woord visie valt. Jansen maakt meteen het bruggetje naar de Chief Medical Information Officer (CMIO), die het Bravis Ziekenhuis aanstelde: Milan Tjioe, een dermatoloog met veel affiniteit voor IT die de brugfunctie vervult tussen de ICT-afdeling en de medisch specialismen. CMIO is een nieuwe functie in ziekenhuizen, inmiddels heeft ongeveer de helft van de ziekenhuizen zo’n functionaris aangesteld. Jansen is enthousiast over deze nieuwe rol. “Als je wilt dat de IT aansluit bij de behoeften op de werkvloer, dan heb je gewoon iemand uit de zorg nodig die bruggen bouwt en die de vertaalslag maakt. Samen met onze CMIO heb ik bijvoorbeeld sparringsessies gehouden met de verschillende vakgroepen over de ontwikkelingen binnen hun medisch specialisme de komende jaren. Wat is de impact van die ontwikkeling op artsen, verpleegkundigen, patiënten en hun mantelzorgers? Op welke wijze kunnen we met ICT deze ontwikkelingen ondersteunen? De uitkomsten van deze gesprekken leggen we voor aan het MT en vormen de basis voor ons strategisch ICT-plan en de investeringen die we de komende jaren zullen gaan doen.”

Zorghackathon

Naast deze lange termijn zet Bravis ook in op de korte termijn: welke ontwikkelingen kunnen we vandaag al starten om morgen succesvol mee te zijn? Als eerste niet-universitaire ziekenhuis sloot Bravis zich daarom aan bij Dutch Hacking Health. Het ziekenhuis organiseerde een hackathon samen met Innovatiepark Roosendaal. Patiënten, medisch specialisten, verpleegkundigen, creatievelingen, ondernemers, studenten en programmeurs gingen samen aan de slag om out-of-the-box oplossingen te bedenken voor uitdagingen die patiënten en artsen nu ervaren. Jansen: “Het is ontzettend gaaf om te zien wat je met vereende krachten kunt bedenken, juist ook doordat tijdens zo’n hackathon een frisse blik van buitenaf wordt binnengehaald. Er zijn apps en andere toepassingen ontwikkeld voor verschillende problemen en verschillende doelgroepen. Zo is een idee ontwikkeld voor het creëren van een herkenbare omgeving voor mensen met dementie. Er is een oplossing bedacht voor het verhogen van de betrouwbaarheid van oorthermometers. En er is een concept uitgewerkt voor een universele oogdruppelhulp.”

Digitale toekomst

Het is duidelijk: de IT-organisatie van het Bravis Ziekenhuis heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en draagt volop bij aan de digitale toekomst van de zorg. Jansen besluit: “Je kunt als IT-organisatie je niet langer beperken tot het ondersteunen van de dagelijkse operatie. Je moet ook meedenken over strategische vraagstukken en daar oplossingen voor ontwikkelen. Ik ben daarom blij dat we onze afdeling kunnen laten groeien. We breiden voornamelijk uit met informatiearchitecten die in staat zijn om strategische vraagstukken te vertalen naar wat daarvoor nodig is op IT-gebied. Tegelijkertijd hebben we het beheer naar een hoger plan getild door de introductie van Functional Service Management (FSM) en Integrated Service Management (ISM). Hiermee hebben we procesdenken vormgegeven. We zijn daardoor op operationeel gebied veel daadkrachtiger geworden. Ook dat schept ruimte om meer met de zorg mee te denken over innovatie. Dat is hard nodig, want als één ding duidelijk is, dan is het wel dat digitalisering kan bijdragen aan de twee grote uitdagingen waar ieder ziekenhuis voor staat: de kwaliteit van zorg nog verder verhogen, terwijl tegelijkertijd de kosten niet mogen stijgen en liefst moeten dalen om de betaalbaarheid van zorg ook in de toekomst te garanderen.”

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op